Wildgroei aan welzijnsinterventies
Een greep uit het aanbod: water en fruitabonnementen, yoga klassen, veerkracht trainingen, … Er is met andere woorden een wildgroei in de welzijnsinterventie industrie (Pijpker, Vaandrager, Veen, & Koelen, 2019) (Karkkainen et al., 2017; Karlson et al., 2010; Rooman et al., 2021; Salami & Ajitoni, 2016). De rode draad in de voorgestelde interventies is vaak een zeker “feel good gehalte”, een buikgevoel dat dit zou moeten helpen.
Toch is er in België is tussen 2016 en 2020 een stijging van 32,53% van het aantal langdurig zieken wegens burn-out waar te nemen. Ten eerste is dat op menselijk vlak natuurlijk een tragedie. Het behoeft geen uitleg dat dit ook onze structuren onder druk zet: het RIZIV noteert een stijging van 22,33% van de kosten in termen van sociale uitkeringen. En het probleem is niet opgelost wanneer mensen “hersteld” zijn: 50% bang om te hervallen, en bij maar liefst 25% gebeurt dit ook effectief (Geluk, Lenstra, & Stuer, 2000; Koopmans et al., 2011; Norder et al., 2015).
Het probleem is kristalhelder: werkgevers hebben de beste bedoelingen, maar pogingen tot ingrijpen werken vaak niet. Wat leert onderzoek ons over wat er dan wél werkt? We lijsten hieronder drie elementen op die de sleutel kunnen zijn voor een meer succesvol ondersteunen van de mentale gezondheid van werknemers en meer bepaald via een focus op ziekteverzuim.