Icon info
NL
https://www.antwerpmanagementschool.be/nl/
Home
https://www.antwerpmanagementschool.be/nl/inzichten
Inzichten
https://www.antwerpmanagementschool.be/nl/blog/hangt-stemvoorkeur-in-de-politieke-verkiezingen-samen-met-een-positieve-negatieve-houding-tegenover-de-sociale-verkiezingen
Hangt stemvoorkeur in de politieke verkiezingen…
Terug naar overzicht
Peggy De Prins Sociale verkiezingen
Human Resources

Hangt stemvoorkeur in de politieke verkiezingen samen met een positieve/negatieve houding tegenover de sociale verkiezingen?

Op 9 juni gaat België naar de stembus voor de regionale, federale en Europese verkiezingen. Alsof dat nog niet ‘verkiezen’ genoeg is, organiseren de komende weken meer dan 7.000 ondernemingen in België sociale verkiezingen. Ruim 2 miljoen medewerkers kunnen dan voor hun vertegenwoordigers in de ondernemingsraad en/of het comité voor preventie en bescherming stemmen (CPWB). Die zorgen de komende vier jaar mee voor inspraak en participatie van de werkvloer. Maar hoe zit het eigenlijk met die werknemersparticipatie? En zijn vakbonden nog wel de goede manier? En valt er een link te leggen tussen de stemvoorkeur in de politieke verkiezingen en voor- en tegenstanders van sociale verkiezingen?
Peggy de prins phd
door Peggy De Prins, PhD | 16 mei 2024
Share on
Peggy De Prins Sociale verkiezingen

Antwerp Management School (AMS) lanceerde een onderzoek naar werknemersparticipatie, -stilte en taboes op de werkplek in samenwerking met SDWorx en Het Nieuwsblad. In het voorjaar 2024 bevroegen ze 1.700 werknemers. Hieruit bleek dat maar liefst 73% van de bevraagde werknemers graag en veel deelneemt aan overleg- en inspraakmomenten in de organisatie. Tegelijk is er nog heel wat ruimte voor verbetering.

Op het vlak van psychologische veiligheid bijvoorbeeld. Zo durft 34% op het werk niet altijd hun mening te uiten omdat ze onder meer bang zijn dat dit negatieve gevolgen zal hebben. En 39% stelt zich liever niet kwetsbaar op uit vrees als een ‘zwakke’ medewerker te worden gezien. 48% voelt zich dan weer niet gehoord omwille van de zware hiërarchische structuur waarin ze werken. Het is duidelijk dat niet iedereen het gevoel heeft een stem te krijgen of die stem durft te nemen.

Partnerschapsdenken in plaats van conflictdenken

Dat gevoel vind je ook terug in de antwoorden op de vraag naar de relatie tussen werknemers en de werkgever. De deelnemers aan het onderzoek kregen de vraag om die relatie te typeren op een schaal van 0 tot 10, waarbij 0 staat voor zeer vijandig (‘wij tegen zij’) en 10 voor zeer constructief (‘wij samen’). De 1.700 respondenten gaven de arbeidsrelatie gemiddeld een 5,8 op 10. Deze niet al te beste score laat zien dat heel wat Vlaamse organisaties nog hun weg aan het zoeken zijn in het partnerschapsmodel.

In zo’n model wordt constructief gezocht naar gemeenschappelijke belangen en paritair gedragen oplossingen tussen werknemer en werkgever. We blijken in België, anders dan bijvoorbeeld in Nederland, een sterker conflictdenken in ons DNA te hebben. Daardoor zorgt dat ‘wij samen’-verhaal nog vaak voor kortsluiting. De managementlogica en de werknemerslogica durven nogal eens te wringen.

Is er nog draagvlak voor vakbondsvertegenwoordiging?

Hebben vakbonden in zo’n partnerschapsmodel nog een belangrijke rol te spelen? Ons land kent in ieder geval een lange traditie van formeel overleg via personeelsvertegenwoordiging; de eerste sociale verkiezingen dateren al van 1950. Maar vinden werknemers zo’n vakbondsvertegenwoordiging nu nog waardevol? De score op die vraag was een toch nog vrij hoge 6,6 op 10. Er is dus nog steeds een ruim draagvlak voor deze vorm van werkplekdemocratie.

Niet onverwacht hechten operationele profielen (arbeiders/uitvoerende bedienden) hieraan meer belang. Verrassend was dan weer wel dat er weinig leeftijdsverschillen zijn in de appreciatie van vakbondsvertegenwoordiging. Hoewel ze minder vaak bij een vakbond aangesloten zijn en sterker het gevoel hebben zelf inspraak te hebben, staat de nieuwe generatie niet per definitie afkering tegenover vormen van indirecte participatie op het werk, zoals vakbondsvertegenwoordiging.

Redenen waarom sociale verkiezingen als positief worden gezien, ondersteunen vaak het partnerschapsdenken. Eén respondent getuigt: “Verkozen collega's kennen de organisatie en weten heel goed wat er goed en minder goed gaat. Zij zijn de goede partners voor overleg met directie.”

Ook andere redenen zoals:

  • belangenbehartiging,
  • spreekbuisfunctie,
  • rechtvaardigheidsgevoel
  • en het nastreven van een machtsevenwicht worden vaak vernoemd.

Tegenstanders wijzen vooral in de richting van:

  • de complexiteit van de organisatie van sociale verkiezingen,
  • het feit dat de vakbondsvertegenwoordiging niet representatief is voor alle werknemers,
  • de vermoede foute motivatie van kandidaten,
  • het gebrek aan resultaat, de gepercipieerde overbescherming,
  • de conservatieve reflexen, enz.

Eén respondent getuigt: “Dikwijls heb ik al het gevoel gehad dat enkele personen zich heel wat permitteren omdat ze vakbondsafgevaardigden zijn en de leidinggevenden zich niet kunnen/durven uitspreken over gedrag of daden tegenover die afgevaardigden.”

Sociale verkiezingen en stemvoorkeur

In het onderzoek werd niet alleen gepeild naar voor- of tegenstanders van sociale verkiezingen op de werkvloer. Er werd ook nagegaan of er een link te leggen valt tussen de politieke en de sociale verkiezingen. Met andere woorden: hangt een stemvoorkeur voor de ene of andere politieke partij samen met een positieve dan wel negatieve houding tegenover de sociale verkiezingen? Uit de data blijkt alvast dat respondenten met een Open VLD, blanco of N-VA stemvoorkeur het laagst scoren, terwijl deze met een progressieve (Groen) of extreemlinkse stemvoorkeur (PvDA) het hoogst scoren. Een gelijkaardig patroon vinden we ook terug wanneer het gaat om het vertrouwen in de vakbondsafgevaardigden.

Het versterken van het participatieniveau van werknemers op de werkvloer blijft in vele organisaties een aandachtspunt. Vooral omdat de managementlogica in de organisatie nog vaak wringt met de werknemerslogica. Het conflictdenken is nog steeds reëel binnen Belgische organisaties. Tegelijkertijd zegt 73 % veel en graag deel te nemen aan overleg- en inspraakmomenten. De wringende logica’s sluiten een levendige ‘participatie’cultuur dus blijkbaar niet uit. Anno 2024 heeft vakbondsoverleg via ondernemingsraad en/of CPWB hierin een stevig en blijvend draagvlak te vervullen, weliswaar met vele supporters maar ook rabiate non-believers.

Peggy de prins phd

— Peggy De Prins, professor arbeidsorganisatie

Over dit onderzoek

Dit onderzoek kwam tot stand dankzij een samenwerking tussen het expertisecentrum Next Generation Work van Antwerp Management School en SD Worx. De survey werd uitgestuurd onder de titel “Participatiebarometer. Word jij gehoord op het werk?”.

Het veldwerk gebeurde in de periode februari-maart 2024 bij een ruime populatie werkende Vlamingen. In totaal werden 1.698 ingevulde vragenlijsten verzameld, waaronder uitgesplitst naar geslacht 20% mannen, 79% vrouwen en 1% X, uitgesplitst naar opleidingsniveau 4% lagergeschoolden, 18% middengeschoolden en 78% hooggeschoolden, naar functieprofiel 44% arbeiders/uitvoerende bedienden, 43% middenkaders/professionals en 12% hoger kader/directie.

De rekrutering van de respondenten gebeurde via de kanalen van de drie partners. Zij stuurden de uitnodiging uit via sociale en digitale media. Daarnaast werd een beroep gedaan op het persoonlijke netwerk van de onderzoekers om extra respondenten te werven (zgn. snowball sampling). Deze aanpak heeft implicaties voor de samenstelling van de steekproef. Er werd een oververtegenwoordiging van vrouwen en hogeropgeleiden vastgesteld. De data werden dan ook herwogen, gebaseerd op de gegevens van de Enquête naar de arbeidskrachten (EAK).

Deel artikel

Over deze auteur

Related content

Boogkeers campus AMS management school