Zo nu en dan komen we samen met een paar oude vrienden om wat te drinken. Een paar weken geleden kwamen we samen in het prachtige eikenhouten gastenverblijf van een van hen, verscholen in de beslotenheid van haar onberispelijke tuin. Nadat we genoten hadden van een paar van de beste bieren die België te bieden heeft, kwamen we op het onderwerp van hoe onze respectieve bedrijven het deden. We bespraken hoe restaurants, zelfs de restaurants die al lang deel uitmaken van het gastronomische erfgoed van onze stad, het erg moeilijk hadden om het hoofd boven water te houden. We spraken over de drijvende krachten achter het succes van een gerenommeerd wereldwijd FMCG-bedrijf. En we bespraken de duidelijke verschillen in de manier waarop middelgrote advocatenkantoren in staat waren om te groeien of juist leken te worstelen.
Terwijl geen van onze vrienden de term 'digitale transformatie' gebruikte, zweefde onze discussie over de exacte definitie van dit construct zoals wij het gebruiken in ons onderzoek aan Antwerp Management School: Digitale transformatie stelt organisaties in staat om nieuwe bronnen van waarde te ontsluiten en daardoor de prestaties van de organisatie te verbeteren in termen van betere aanbiedingen, lagere kosten, snellere time-to-market, grotere impact op de klantervaring door de combinatie van digitale en niet-digitale middelen, het bieden van een DNA van wendbaarheid en het mogelijk maken van een drive om zinvolle waarde te creëren voor zowel stakeholders als de maatschappij in het algemeen.